10.11.2012
10-11-2012 begon grijs, was grijs en bleef grijs. We liepen een route van dertig kilometer in de omgeving van het Drentse Havelte en starten ’s ochtends in de motregen. Gelukkig had mijn broer een route uitgezocht die voor het grootste gedeelte door de bossen liep. Je hebt dan wel te maken met de drup vanaf de bomen, maar niet met de wind die je op de open vlakte wel hebt.
Op de paden in de bossen doemde een nieuwe uitdaging op. De grond was bezaaid met paardenkeutels, waardoor het uitkijken geblazen was. Hondenpoep aan je schoen is al ranzig, maar je kunt nagaan dat dat peanuts is vergeleken bij zo’n enorme paardendrol…
Het viel niet mee om een paar leuke plaatjes te schieten. Het bos was een stap verder naar de winter geschoven. De bomen waren veel kaler, de bladeren op de grond begonnen te rotten en de paddenstoelen hadden ingeboet aan kleur en frisheid. Tot we in Wapserveen kwamen. Daar liepen we langs een klein kerkje met klokkenstoel en omringt door beuken.
De beuken zaten nog volop in het herfstblad en maakten dat het kerkje uit de omgeving oplichtte. De hele kleurstelling van geel en bruine bladeren, groen gras en een zwarte klokkenstoel was prachtig.
Er stond een fiets tegen de buitenmuur en binnen speelde iemand op het orgel, waarvan de tonen zachtjes naar buiten drongen. Na uren door een grijze, natte wereld te hebben gelopen, was dit echt een verademing. We hebben een rondje om de kerk gelopen en besloten de organist maar niet te storen met zijn oefeningen. Achter het kerkje lagen twee stenen in de grond, waarvan op één de letters nog goed leesbaar waren.
In mijn vorige bericht vertel ik dat lopen met versleten binnenzooltjes vragen om blaren is. Door eigen laksheid liep ik nog steeds op deze versleten dingen. Waar ik de vorige keer het ongemak had kunnen beperken tot wat pijn aan de onderkant van de voet, ging het deze keer wat minder goed. Na een kilometer of tien kreeg ik het bange vermoeden er niet zonder blaren af te komen deze keer en nadat ik thuis mijn voeten controleerde, was ik eigenaar van twee forse blaren, elk ter grootte van , wie kent hem nog, een kwartje. Moet nu toch echt maar eens naar de winkel..