Belgie…

Belgie

We vertrokken uit Vessem met op ons hoofd een petje en een zonnehoedje. Die hadden we gekregen van de eigenaar van een winkel in Vessem waar je bijna alles kunt kopen. Van sterke drank, tot zwangerschapstesten en paracetamol.

Evert had gisteravond materiaalpech. Een handvat van zijn wandelkar was door een constructiefoutje gebroken. De leverancier van het karretje, Woutdoor, is meteen in de auto gestapt en naar Vessem gereden om de kar te repareren. Hij heeft het wagentje verstevigd waardoor het nu niet meer kan voorkomen. Dikke pluim, Wout !

Het stuk route door Nederland naar het Belgische Postel, wat ondermeer over de Cartierheide loopt is erg mooi. Je hebt daar plassen waar, zo lijkt het, grote aantallen van een soort meeuwtje broeden, die trouwens een oorverdovend kabaal maken.

We zijn in Belgie !
We zijn in Belgie !

We hoopten te kunnen overnachten in de Norbertijnenabdij in Postel. Helaas werd toen wij aankwamen het gastenverblijf nog volop verbouwt. We hebben nog even rondgekeken en zijn nog zachtjes het oude romaanse kerkje binnengegaan om een paar foto’s te maken.

Romaans kerkje in Norbertijner Abdij Postel
Romaans kerkje in Norbertijner Abdij Postel

Hierna moesten we dus weer verder, om onderdak of een plekje voor de tenten re zoeken. We besloten naar de dichtstbijzijnde camping te gaan, volgens de borden een familiecamping. De camping was, om het voorzichtig te zeggen, nogal volks. De stacaravans en inrichting waren een jaar of veertig geleden nog splinternieuw. Evert ging op verkenning uit en inspecteerde de douches. Toen hij terug kwam vroeg ik hem: “Je ging toch douchen ? ” “Ja, neuh. Ik sla liever een keertje over….” Gelukkig was het maar voor 1 nachtje en het plekje waar de tenten stonden was goed te doen.

Tessenderlo

Donderdag joeg de kou ons weer vroeg de tenten uit. Kwart over zes kropen we de slaapzakken uit, waarna we, na een bak hete zelfgemaakte koffie en een paar bolletjes, weer op pad gingen. De Via Monastica, zoals de route door Belgie heet die we volgen, gaat hier 20 kilometer langs het kanaal KwaadMechelen – Dessel.

Vroege boot
Vroege boot

Eerst is het pad een kilometer of drie onverhard, maar verder bestaat het kaarsrechte pad uit diepzwart asfalt, wat aan de voeten gloeide in de warme zon.Tot nu toe het zwaarste stuk van onze wandeling. Mijn vooroordelen over Belgie werden zo, n beetje bevestigd. De mensen wat norsig tegen die gasten die, terwijl ze ook hadden kunnen werken, een beetje langs de weg slenterden en de gebouwen, huizen en infrastructuur in een staat van achterstallig onderhoud.

Spannend heur
Spannend heur

Dit veranderde toen we het Albertkanaal overstaken en in Tessenderlo kwamen. Een bezwete, wat oudere schoffelende man in een geel hemd wees ons uitvoerig de weg naar het centrum. Toen we, eenmaal in het centrum aangekomen een beetje besluiteloos wegliepen bij een gesloten cafetaria, stopte een schone, op Goedele Liekens lijkende, dame van haar fiets en wees ons lachend de weg naar een broodjeszaak die al geopend was. Ze fietste weg en bij de kruising aangekomen waar we moesten afslaan, wees ze nog een keer met een zwaai opzij en riep onder het fietsen door, over haar schouder: “Daar !”

Bij de broodjeszaak aangekomen bestelden we een broodje met wat warms er op. Dat scheelt ons weer koken vanavond en ook het gewicht van die maaltijd in onze rugzakken. Evert, uitgaande van Nederlandse maatstaven, bestelde een dubbel broodje hamburger. Toen de eigenaar van De Steendries even later het brood bracht, schoten we allebei in de lach. Zo’n joekel van een brood hadden we nog nooit gezien. Evert, die hongerig binnenkwam, liet een stuk liggen voor mij. Hij kon het eenvoudigweg niet op…

In de zaak waren ook een drietal oudere dames aanwezig. “Belangstellend” als oudere vrouwen kunnen zijn, vroegen ze ons het figuurlijke hemd van het lijf. We lieten ons ontvallen dat we op zoek waren naar een slaapplek. De eigenaar ving dit op en gaf te kennen dat we maar moesten gaan eten, hij ging proberen wat te regelen voor ons. Even later kwam hij terug. Hij had geregeld dat we konden overnachten bij een hoeve van een kennis.

Na nog een kilometertje te hebben gelopen kwamen we aan bij de hoeve van de familie Pauwels. Onderweg stopt nog zomaar een auto naast ons met een jonge jongen die vraagt of we misschien een stuk mee willen rijden. We slaan het beleeft af en geven hem een compliment voor zijn vriendelijkheid.

Aangekomen bij de boerderij was de jonge boer in zijn schuur tussen de koeien aan het werk. Hij nam ons eerst even op en blijkbaar zien we er vertrouwd genoeg uit om ons welkom te heten. We mochten de tenten opslaan op een heel mooi stuk weide, tussen de paardenbloemen. Als je een hele dag gelopen hebt en je bent moe, ben je erg blij met iets simpels als een paar vierkante meter gras ! De volgende ochtend vullen we onze flesjes aan zijn kraan en mochten we het toilet gebruiken. Na gevraagd te hebben wat we hem verschuldigd waren, niets, gingen we vrijdagochtend weer vol goede moed en uitgerust op pad.

De tentjes buiten gezet, tussen de bloemen
De tentjes buiten gezet.
Belgische Betuwe

Vrijdag kwamen we na een paar kilometer lopen aan in Diest. Aan een oud vrouwtje die haar plantjes water geeft vraagt Evert of hij wat drinkwater uit de slang mag. Het blijkt dat Belgie, in tegenstelling tot Nederland,  twee kwaliteiten kraanwater heeft. Vuil water en drinkwater. De vrouw schudt haar hoofd en geeft aan dat ze met vuil water sproeit. “Maar wilt u drinkwater dan ? Even wachten hoor !” Ze sjokt naar binnen en komt terug met twee flesjes bronwater….

Na Diest lopen we door glooiende weilanden via Kortenaken naar Ransberg. De streek lijkt een beetje de Betuwe van Belgie te zijn. We komen langs ontelbaar veel boomgaarden, die volop in de bloesem staan.

Bloesem
Bloesem

Vanavond staat slecht weer met forse buien op het programma. We besluiten dus net voor Ransberg te overnachten in een bed & breakfast. Die is eerst wat boven ons budget, maar als Evert aangeeft dat we op weg zijn naar Santiago de Compostela, gaat in een mum van tijd 30 euro van de prijs af. Al zijn we in Belgie, we blijven natuurlijk wel Nederlanders. ☺

Wachtpost
Wachtpost

Vanavond ga ik eens kijken of ik iets kan doen aan de bedroevend slechte ontvangst van mijn Choozze abonnement, hier in Belgie. Het maakt gebruik van het T-Mobile netwerk, maar de ontvangst is zo slecht dat ik maar met veel moeite een markering kan plaatsen op de kaart onder de “Waar zijn we” knop. Momenteel heb ik gelukkig internet via de wifi van het b&b.

Oversteken

Oversteken.

Evert en ik hebben afgesproken niet meer te benoemen dat we bij Mac Donalds zijn geweest. Mensen zouden het vermoeden kunnen krijgen dat we alleen maar hamburgers eten.

Affijn, toen we Zaterdag laat uit Bennekom vertrokken en een paar uurtjes later bij een willekeurig restaurant een Big Mac bestelden, zag de manager dat we lopend waren gekomen. Nadat we uitgelegd hadden wat we deden en waar we naar op weg waren, bracht hij ons spontaan vier flesjes drinken. Van het huis.

Onderweg drinken we water, veel water..
Onderweg drinken we water, veel water..

Zaterdag zijn we voornamelijk bezig met oversteken. Eerst steken we de Rijn over, daarna de A15 en de Betuwelijn om af te sluiten met de Waal. Nadat we boodschappen hadden in Ochten, liepen we de dijk op, richting de waalbrug bij Rhenen. Onderweg komt een klein autootje ons tegemoet, rijdt ons voorbij, stopt, draait en komt net voor ons tot stilstand. Een vrouw stapt uit de auto en loopt naar ons toe. “Zijn jullie aan het oefenen voor de Camino ?” Meteen vervolgd ze: “Ik herken jullie van jullie website, onze dochter gaat binnenkort ook lopen en volgt dezelfde route als jullie” Voor we het goed en wel doorhadden stonden we op de dijk met twee volslagen vreemde, maar aardige mensen te praten.

Vanaf de dijk
Vanaf de dijk

We hadden ons tot doel gezet de Waalbrug te halen. De dijk er naartoe was erg lang en die ellendige brug leek maar niet dichterbij te komen. Nadat we op het eind van de middag de brug over gestoken waren, bleek het bosje, wat op de kaart veelbelovend had geleken, een forse tegenvaller. Brandnetels en veel nattigheid. Ten einde raad besloten we bij het huisje aan de andere kant van de dijk ons geluk te beproeven. We liepen naar het huisje toe en werden ontvangen door een hond, een toom kippen en een grote kalkoen, die klokkend wegrende. Nadat we door een paadje tussen hoge stapels autobanden waren gelopen, zagen we een paar mensen aan een tafeltje op het gras zitten. We riepen de man en legden hem uit wie we waren. Hij reageerde meteen enthousiast. Kom verder, wil je wat drinken ? Natuurlijk mogen jullie hier je tentje opzetten ! Samen met hem, zijn vrouw,een Litouwse schone met een jongen die haar vriend lijkt, drinken we in de zon een glaasje fris. Ergens achterin een oude boomgaard, onder de hoogstambomen zetten we de tentjes op. Vandaag veel vriendelijke mensen ontmoet in een heel mooie omgeving.

Waalbrug
Waalbrug

De volgende ochtend stonden we op met het ijs aan de binnenkant van onze tent. Het had gevroren. We spoedden ons vanaf Wamel, over de dijk naar Lith, waar een pontje ons over de Maas bracht. Na Lith komt de polder van Lith. De polder van Lith is een grote vlakte met lange, rechte wegen zonder beschutting, met veel gigantisch grote boerderijen. Nadat we verschillende kilometers in de zon hadden gelopen wel erg toe waren aan wat rust, doemde een boerenerf op waar men een bankje op het erf hadden gezet met de uitnodiging ervoor om toch vooral te gaan zitten.

Rust bij de boer
Rust bij de boer

We zaten net even, toen de boer aan kwam lopen. Een jonge, geschikte kerel, trots op zijn bedrijf. Hij vertelde ronduit over zijn boerderij en het werk dat hij deed. Hij hoefde niet zozeer 900 koeien of 700 zeugen, maar was tevreden met de inkomsten die hij had van zijn toch niet geringe boerderij. Nadat hij onze flessen gevuld had met fris water, liepen we weer verder.Op een app-je op de tablet zagen we dat ter hoogte van Den Bosch een camping gelegen was. Hier hebben we de nacht doorgebracht.

Stap, stap
Stap, stap

Gisteren liepen we via st. Michielsgestel, via Boxtel naar Oirschot. Het was weer erg warm en onze koppen zijn ondertussen danig verbrandt. Net boven Oirschot ligt een kleine camping. Voor een tientje konden we er met twee personen overnachten. Evert stelde voor om in de supermarkt in Boxtel geen pilsje te kopen, want dat doen we op de camping wel, aan de bar. Dan moet de bar wel open zijn natuurlijk ! Het leek even op een avond met alleen water uit te draaien, tot ik na het douchen terugkwam bij de tent. Er zat een voor mij onbekende mijnheer te praten met Evert. Het bleek Chris te zijn. Een bouwvakker uit Wolvega die voor werkzaamheden in de buurt was en op de camping wilde overnachten. Chris was een echte vrijbuiter die mooi kon vertellen. Samen met zijn vrouw fietst hij een paar maanden per jaar door alle uithoeken van de wereld. Van Peru en Bolivia tot Vietnam. De volgende trip gaat naar Cuba. Daarnaast geeft hij les in kanovaren en organiseert hij uitjes. Nadat we een poosje gepraat hadden vroeg Chris of hij nog iet voor ons uit de supermarkt kon halen. Ja, natuurlijk ! Een paar koude blikken bier. Nadat hij het gehaald had hebben we nog een hele tijd met z,n drieeen gezeten. Op onze vraag wat hij voor de blikjes wilde hebben antwoordde hij, ben je gek, die krijg je van mij. Toen wij de volgende ochtend wakker werden was Chris alweer verdwenen met tent en al. Als kleine dankjewel van onze kant dan hier een link naar de website van Chris: www.kanoweekendjeweg.nl

 

Bijenkasten
Bijenkasten

Op dezelfde camping zat in een caravan achter ons een echtpaar. De man nog steeds in zijn nopjes door het kampioenschap van PSV. We kwamen met ze aan de praat over koetjes, kalfjes, wie we zijn en wat we doen. Opeens vraagt mevrouw aan ons waar we op zitten, als we bij onze tentjes zijn. “Nou, gewoon. Het slaapmatje zit opgerold in een soort tas en daar zitten we op.” Dat kon echt niet. “Zien jullie daar die twee stoelen ? Neem maar mee en breng morgen maar terug. Zo gezegd zo gedaan. Toen we even later prinsheerlijk op de stoelen bij de tent zaten, kwam mijnheer langs om te vragen of we zin hadden in aardappels met groente en een stukje vlees. En of we daar zin in hadden ! We hadden alleen nog een paar geplette bolletjes met bezwete kaas bij ons en na een week van alles behalve aardappelen te hebben gegeten, klonk dit aanbod ons als muziek in de oren. Toen even later de borden werden gebracht waren deze zo afgeladen, dat wij ze met geen mogelijkheid leeg konden krijgen. Blijkt dat mevrouw speciaal voor ons, twee vreemden, aardappels heeft geschild, vlees heeft gebraden en groentes heeft gekookt. Ik werd er helemaal blij van en stond perplex van zoveel gastvrijheid en goedheid. Wat een super aardige mensen !!

Vorstelijke maaltijd
Vorstelijke maaltijd

Vandaag hebben we de laatste kilometers gelopen tussen Oirschot en Vessem. Hier starten we morgen op de Via Monastica. We slapen in de pelgrimshoeve Kafarnaum, waar we bijzonder hartelijk werden ontvangen door Arie en Adrie. De pelgrimshoeve is een onderkomen met kleine eenvoudige kamers, maar na weer een paar frisse nachten achter ons, voelt het alsof we in een vier sterren hotel zijn beland. De kleren zijn weer gewassen, we hebben lekker gegeten. Morgen weer vol goede moed op pad !

Kafarnaum
Pelgrimsboerderij Kafarnaum

 

Teken

Teken

Afgelopen donderdag stond wat mij betreft in teken van teken. Voor teken teken zijn, zijn teken nymphen, leerde ik van een website. Nymphen zijn heel kleine beestjes. Zo groot als een sesamzaadje, maar dan donker en met pootjes. De grootste kans op Lyme besmetting krijg je van deze beestjes, als je ze niet binnen 36 tot 48 uur hebt verwijderd. Ik val schijnbaar in de smaak bij dit ongedierte, want ik heb er verschillende van m, n kleding en huid moeten peuteren, terwijl mijn broer nergens last van had. Uiteindelijk hadden zich er nog drie aan mij vastgezogen, die met een pincet verwijderd moesten worden. Even de plekken de komende dagen een beetje in de gaten houden….

Harskamp
Harskamp

We moesten donderdag langs het oefenterrein bij Harskamp om in Otterlo te geraken. Een oersaai, recht stuk naast een provinciale weg. Het stuk was recht en oersaai… maar dat had ik al gezegd. Na Otterlo doken we de bossen weer in en werd het snel beter. De bossen in deze streek zijn erg open en de grond in bijna overal compleet omgewoeld door wilde varkens. We moesten dus even zoeken voor we een mooi rustig plekje uit het zicht hadden gevonden.

We vermoeden dat dit kunst is.
We vermoeden dat dit kunst is.

Vrijdagochtend was het flink fris. Na een kop hete oploskoffie gooiden we de rugzakken weer om en liepen in straf tempo naar Bennekom. Evert had daar een paar dagen eerder een overnachting bij een bed & breakfast geregeld. Een drukke, zenuwachtige eigenaresse liet ons in sneltreinvaart zien waar we konen slapen. Ze moest weer snel terug naar haar winkel.

Ons maakte het niet zoveel uit. Lekker, na vier dagen in twee sets kleding te hebben gezweet en gesjouwd hadden we een fijne warme douche. Onze kleren worden door de dame gewassen en zijn morgenvroeg, hopelijk voor het ontbijt, weer droog.

Jakobsschelp
Jakobsschelp

Tot nu toe valt de tocht ons eigenlijk best mee. De mensen onderweg zijn vriendelijk. Als we vragen of we onze flessen met water mogen vullen reageert iedereen positief. Omdat we een jakobsschelp op de rugzak hebben hangen, worden we herkend als zijnde, wandelaars op weg naar Santiago de Compostela. Al twee keer leverde dat een spontaan gesprekje op met iemand die eerder had gelopen of gefietst en in Apeldoorn wenste een mijnheer ons in het voorbijfietsen een “buen Camino”. Spier en blaar technisch gezien gaat alles naar verwachting. Beetje blaren en beetje spierpijn. Niet noemenswaardig.

Straks in een zacht bed slapen, nu nog even kijken waar we morgen, het liefst wat later op de route een supermarkt kunnen vinden.

Tot Ugchelen…

Tot Ugchelen

Eergisteren zijn we gestrand ter hoogte van Wapenveld. Toen we diep ingedoken in onze slaapzakken de nacht in gingen, kwamen we er achter dat de nachten in April toch nog best koud zijn ! Ik ben verschillende wakker geworden door de kou. Dat gaat ons geen tweede keer gebeuren, namen we ons voor !

De volgende ochtend bleek het pompje van ons kooktoestel kapot te zijn, waardoor we maar met moeite een warm bakkie koffie konden produceren. Om acht uur werd de rugzak weer omgegord en gingen we op pad. Door het defecte pompje konden we ‘s avonds niet koken. Om toch fatsoenlijk te kunnen eten,  hebben we in Epe maar een simpele warme maaltijd naar binnen geharkt.

We stopten net onder de rook van Vaassen en regelden nog even een brandstofpompje bij Bever in Apeldoorn.

 

Vaassen
Vaassen

Vandaag was ons doel om Apeldoorn achter ons te laten. We vertrokken weer om acht uur. Rond 10 uur liepen we toevallig bij een vestiging langs van het bedrijf met de grote gele M. Blijkbaar staat hier de koffiepot altijd te pruttelen, want we konden hier ons bakkie troost halen en kregen er nog een gratis krantje bij ook. Wat wil een mens nog meer…

We haalden ons pompje op bij Bever, deden nog wat boodschappen bij Appie en zetten de tent rond ongeveer half vier op, ergens achter Ugchelen, miden in de bush. Volgens tekenradar is er een grote tekenactiviteit, dus we gaan goed letten op de friemelbeestjes vanavond.

(Ik hoop dat de foto’s een beetje scherp lijken. Op de camera zijn ze goed, als ik ze verklein zijn ze scherp, als ik de foto upload lijken ze vaag te worden. Ik kan dat alleen niet echt duidelijk zien op de tablet)

De eerste dag

De eerste dag

We vertrokken uit Hasselt, uitgezwaaid door familie en vrienden. De 1e acht kilometer gingen over het dijkje, langs het Zwarte Water. Het was de bedoeling dat we in Zwolle, bij het Engelse Werk een bakkie zouden doen. Toen we daar om half twaalf aankwamen, bleek de uitspanning gesloten. Door het raam zagen we een schoonmaakster ijverig de vloer boenen.

We hebben daarom maar in het naastgelegen park, op een bankje onze bammetjes gegeten. Toen die achter de kiezen waren vertrokken we en namen het fietspad over de nieuwe knalrode spoorbrug richting Hattem.

Spoorbrug bij Hattem
Spoorbrug bij Hattem

 

Nadat we hier eerst bij de supermarkt boodschappen hadden gedaan, dronken we op een terrasje, voor een toren die gerestaureerd werd, onze felbegeerde koffie. Af en toe schalde uit de toren luidkeels het gezang van de bouwvakkers over het plein. We rekenden de koffie af, vulden onze waterflessen aan de kraan en liepen Hattem uit, de bossen in, waar we na een kilometer of wat, midden in het bos onze tenten opzetten.