De eerste dagen in Frankrijk

De eerste dagen in Frankrijk.

Woensdag zijn we van Givet naar Fumay gelopen over een fietspad langs de Maas. Onze eigenlijke bedoeling was om in 1 keer van Givet naar Rocroi te lopen, over een alternatieve route die de gastheer twee dagen eerder in Anhee had gemaakt. Maar naar mate we verder lopen komen we er achter dat dit toch een brug te ver is. We besluiten te overnachten in Fumay.

Na wat zoeken vinden we een chambre d’hote die binnen ons budget past. De kamer is in het huis van een ouder echtpaar. De vrouw is een wat stroeve francaise die we niet veel zien. De man praat verrassend goed engels en onder zijn ogen waar de pret van uitstraalt, zien we vanonder een grote grijze snor bijna continue een lach.

Chambre d'hote Fumay

Chambre d’hote Fumay

Het huis is groot en vierkant en kijkt uit over de Maas. De plafonds zijn hoog met indrukwekkende balken en de vloer is in de eeuwen dat het huis er staat niet veranderd. De verweerde eiken vloer helt samen met het huis naar een kant. Het is er allemaal zo scheef dat je merkt welke kant je oploopt.

In het huis staan overal mooie bustes en beelden die volgens ons als experts (we kijken vaak “Tussen kunst en kitsch..) best wel eens een aardige duit waard zouden kunnen zijn.

Kamer Fumay

Kamer Fumay

De man blijkt in de 60-er jaren vanuit Engeland naar Frankrijk verhuist te zijn. Dat verklaard ineens zijn perfecte engels en de MG cabrio, met het stuur aan de rechterzijde, die naast het huis staat te pronken.

Mijnheer lijkt het wel leuk te vinden om mensen in huis te hebben die engels spreken. Hij schudt het ene komische verhaal na het andere uit zijn mouw.

Als we hem vertellen dat het ons is opgevallen dat het merendeel van de franse huizen en verwaarloosd uit ziet, antwoord hij kort en bondig: “Well, that’s France”. Zo gaat dat dus nou eenmaal in Frankrijk.

De volgende ochtend staat bij het ontbijt, naast de onvermijdelijke croissants en stokbrood, een glazen stolpje met verschillende franse kaasjes. Ze weten heel goed hoe je Klaas blij kan maken !!

Als we vertrekken regent het. Eerst zachtjes, maar later met pijpenstelen. Omdat we over Fumay gelopen zijn bestaat het laatste stuk uit een brede asfaltweg. Normaal hebben we een hekel aan dit soort wegen, maar nu zijn we blij dat we niet over onverharde paden lopen. Daar wordt je naast nat, ook nog een vies, terwijl je net zo min aandacht voor je omgeving hebt.

Ondanks onze regenponcho’s zijn we zeiknat en koud als we in Rocroi aankomen. Rocroi heeft een zogenaamde pelgrimsherberg voor mensen die naar Santiago de Compostela lopen. Als we in een restaurantje ons even opwarmen aan een bak hete koffie, vinden we een telefoonnummer. We bellen het en de man aan de telefoon zegt dat hij ons op komt halen.

Herberg

Herberg

In de herberg zijn twee kamers met elk twee stapelbedden. Wij slapen in de ene kamer en in de andere een Belgisch meisje uit Namen van rond de twintig jaar. Ze spreekt engels, dus we kunnen elkaar verstaan. Ze is aardig en praat graag. Haar haar heeft ze aan de zij en achterkant opgeschoren en boven op haar hoofd steken warrige pieken alle kanten uit. Ze studeert architectuur en verteld dat ze in haar eentje door europa fietst en ‘s nachts met haar tentje zoveel mogelijk in de bossen slaapt.

We hebben nog een stuk stokbrood over wat we haar aanbieden. Ze slaat af, omdat ze een glutenvrij dieet volgt. Op de kookplaat die in het keukentje staat kookt ze quinoa zaden. Men zegt dat dit heel gezonde zaden zijn. Ik had er al eens van gehoord. Zaden die een soort van super-eten zouden zijn. We mogen een hapje proeven. De smaak is neutraal. Gekookte aardappelen komen er het dichts bij. Ik vertel haar dat enige tijd geleden op de Nederlandse televisie een uitzending is geweest van de “Keuringsdienst van Waarde” waarin naar voren kwam dat veel van deze zaden voor een fractie van de prijs die je in reformwinkels betaald, per kilo te halen zijn bij de dierenspeciaalzaak, afdeling vogelvoer. Ze kijkt me wantrouwig aan. “Really ?” Ja, meid, echt waar.

Koolzaad

Koolzaad

Toen we vanmorgen vertrokken moesten we eerst nog even bij de bakker langs. Ontbijt en proviand voor onderweg halen. Volgens de weersberichten wordt vandaag weer een natte dag. We vertrekken dus met de rugzak in de regenhoes. Gelukkig valt het allemaal hard mee en komen we halverwege de middag droog aan in Signy-l’Abbaye.

Voor veevervoer

Voor veevervoer

De route die we vandaag lopen is erg mooi. Het landschap bestaat uit glooiende heuvels, waarop koolzaad staat te bloeien of koeien grazen. We komen door kleine Franse boerendorpjes, waar in het centrum steevast een kerkje staat en een herdenkingsmonument voor de 1e wereldoorlog.

Dorp

Dorp

De paden zijn vaak zandwegen, die af en toe erg blubberig zijn, maar ook smalle bospaadjes komen we tegen en een enkele keer lopen we gewoon door een weiland.

Het grote bos

Het grote bos

In het centrum van Signy-l Abbaye komen we een wielrennerploeg tegen uit Oudleusen. Eindelijk weer eens gewoon algemeen beschaafd dialect met iemand praten, die niet je broer is. De ploeg fietst omdat ze geld in willen zamelen voor een evenemententerrein in Oudleusen.

We zoeken nog onderdak. In ons routeboekje staat dat we het beste contact op kunnen nemen met madam Boucher. Dat doen we dan maar. We bellen aan op het adres wat in het boekje genoemd wordt. Een oude vrouw doet open. Na wat formaliteiten krijgen we een briefje mee met een adres. We komen weer bij een oude vrouw uit, die aan 1 stuk maar doorklept. Ze heeft ook een routeboek en leest hele stukken voor. Eerst denken we nog dat het nuttige info is, maar het besef begint even later door te dringen dat mevrouw waarschijnlijk alleen is en van de mogelijkheid gebruik maakt om zoveel zoveel mogelijk te kleppen. Het gaat maar door. Uiteindelijk weet Evert me met een slinkse smoes naar onze kamer te krijgen.