Na zonneschijn komt regen.
We hebben de planning voor de laatste 1000 kilometer rond. Het voortvarend doorlopen in Frankrijk werpt nu zijn vruchten af. Het gros van de etappes die we gaan lopen hebben een afstand van ergens tussen de twintig en de vijfentwintig kilometer. Ergens zit in de rij nog een etappe van ruim veertig kilometer verstopt. Verder zijn er twee van ongeveer vijfendertig kilometer en vijf van ongeveer dertig. De rest van de 38 etappes zijn allemaal korter.
Eergisteren zijn we na weer een hete dag in Hagetmau neergestreken. Ook hier is er weer een goed uitgeruste herberg beschikbaar gesteld. Er zijn zeven slaapplaatsen, een keuken, en een was en droogmachine. We ontmoeten hier ook Jan Sloun. Jan is één van de personen die we herhaaldelijk zijn tegengekomen in diverse gastenboeken. Het is altijd leuk om dan zo’n iemand in het echt te ontmoeten.
Als we ‘s avonds door het stadje lopen, treffen we Jan op een terrasje van een pizzaria, achter een glaasje bier. We schuiven bij hem aan bestellen een pizza. Pas als we aan het eten zijn voelen we hoeveel trek we hebben. Als we de pizza op hebben, is het gevoel nog niet weg. We bestellen er nog maar eentje. Als Jan zijn eigen pizza niet op kan, eten we dat stuk er ook nog bij op. Eindelijk, het grommende monster is stil gemaakt.
Als we weg gaan, spreekt een man me aan. Hij wil graag weten waar we vandaan komen. Als we vertellen uit Nederland te komen zegt hij: “Asjeblieft” Hij heeft een tijd in België gewerkt en kan nog een paar woordjes Nederlands. We praten nog wat en gaan dan weer onze eigen weg. Het komt vaker voor dat mensen je belangstellend aanschieten en een praatje maken. Ik hou daar wel van.
Als we gisteren wakker worden, regent het pijpenstelen. Omdat we toch wat kilometers verderop willen komen, wachten we op een wat rustiger moment en lopen dan de donkere, natte stad in. We zijn net een poosje onderweg als de bui in alle hevigheid losbarst. We vinden een brug waar we een poos onder schuilen.
Droog wordt het niet en na een poos geschuild te hebben, lopen we toch de regen maar weer in. We willen naar Orthez, wat een kilometer of 33 verderop ligt. Het blijft de hele ochtend gestaag doorregenen, waardoor we aan het begin van de middag zeiknat aankomen in Orthez. Het is dan inmiddels wel weer droog geworden. We zijn wel echte boeren, want nadat we op de droge hitte mopperden, klagen we ook al gauw over de regen.
In Orthez slapen we in Hotel la Luna, wat een pelgrimsherberg is van het Jakobsgenootschap. Als we op zoek zijn naar het tourismebureau, voor de sleutel, blijkt dat deze is gesloten. Op de deur hangt een a4-tje, waarop staat dat de sleutel, opgehaald kan worden bij het restaurant wat er tegenover zit. We stappen bij het restaurant naar binnen en vragen om de sleutel. De serveerster meldt dat ze de sleutel om twee uur heeft.
Voor ons betekent dat dat we drie kwartier moeten wachten en we maken aanstalten om verder te gaan. De serveerster ziet dit en zegt dat we de sleutel om half twee kunnen krijgen, over een kwartier. We gaan aan een tafeltje zitten en bestellen een glaasje cola. Twee minuten voor half twee loop ik naar de kassa om af te rekenen. Ik betaal en de serveerster pakt uit een blikje naast de kassa de sleutel en geeft die aan mij. Eh, oké. Die sleutel heeft daar de hele tijd dus al gezeten ? Het lijkt er op dat ze de sleutel gebruiken om een beetje extra omzet te genereren.
We overnachten in een mooi oud gebouw, waar we eerst een paar trappen op moeten klimmen voor we bij onze kamer zijn. Het gebouw staat midden in de stad en om er te komen moet je vanaf de straat een oude, zware houten deur openen, die je op een soort binnenplaats brengt. Achterin zie je een stenen trap, met bovenaan een kleine, oude deur. Hierachter begint de stenen wenteltrap die je naar een paar mooie vertrekken brengt, waar je kunt koken, douchen en slapen. Als het ‘s avonds droog is loop ik nog even door de stad. Het is niet zo bloedheet als eerdere dagen waardoor het mooi lopen is. Je kunt zien dat we in Baskenland zijn, want straten hebben vaak twee straatnaambordjes.
Eén met de franse naam en één waarop naast de baskische naam ook een rood met geel schildje is geschilderd. Als ik door een smal straatje loop hoor ik boven uit een raam vrolijke spaanse muziek met trompetten. We komen dichter bij Spanje ! Tussen de huizen door heb je steegjes die mooie doorkijkjes bieden en je oude huizen met bloembakken en balkons met oud smeedwerk laten zien. Orthez heeft een oude brug over de rivier Gave de Pau, waar ze erg trots op zijn. Het is een brug uit de 14e eeuw, waar middenop een grote toren is gebouwd.
We koken zelf pasta en Marcell die ook is aan komen lopen doet gezellig mee. ‘s Avonds doen we waar we goed is zijn: praten, drinken en pinda’s eten. Omdat we vandaag niet ver hoeven te lopen, maken we het voor onze doen laat. Pas om half 12 zoeken we onze nesten op.
Vanmorgen regent het alweer. We nemen afscheid van Marcell, die de komende nachten op andere lokaties overnacht dan wij en daarna de Camino Frances gaat lopen. Wij stappen de regen in op weg naar Sauveterre de Béarn. We hebben hier een overnachting geregeld in een gîte. Kosten: donativo. Als we aankomen bij het grote huis blijken er drie mannen te wonen.Een fransoos, een duitser en een tjech.
Voor in de woonkamer wordt net met fietsenwielen en wat hout een kar in elkaar getimmerd. De fransman, die ook eigenaar is van het huis, gaat ook de Camino lopen en wil dat met een karretje doen. De heren heten ons van harte welkom en we krijgen thee. Peter, de Duitser wordt aangewezen als onze hospitalier en samen drinken we de thee aan de keukentafel. Volgens Peter krijg je veel energie van de camino omdat je dan onder de melkweg loopt. Hij slaapt achter in de tuin, in een tentje.
Trots verteld hij, dat hij tegen de bezoekers die hier gisteravond waren had gezegd dat het zou stoppen met regenen. Zijn gevoel had hem dat verteld en zie daar: het regenen was gestopt. Wat een beetje jammer was voor Peter, was dat net nadat wij binnen waren, het hard begon te onweren en de regen opnieuw met bakken uit de lucht kwam. Ze hebben WiFi en de sleutel is “loveistheway”. Boven is een kamer met een aantal bedden. We kiezen er allebei eentje uit. Daar gaan we op slapen vannacht. Ik moet nog wel even de matras omruilen met een ander bed, want die ik nu heb, ruikt naar natte hond. Toch zijn het heel aardige mensen, die geen vlieg kwaad doen en alles wat ze hebben met je delen.
Het landschap waar we doorheen lopen is ook weer danig veranderd. Van de ene dag met zijn vlakke landerijen, lopen we nu door de voorbodes van de Pyreneeën, met veel klimmen en dalen. Volgens onze gids hadden we gisteren met mooi weer de bergen moeten kunnen, maar de regen bedierf dat feestje. Vandaag hebben we meer geluk en op een gegeven moment zagen we besneeuwde bergtoppen in de verte.