Over regen en Reims
De weersberichten voor gisteren waren niet best. ‘s Ochtends buien en ‘s middags regen. We vertrokken richting de bakker met de regenhoes om de rugzakken en de regenponcho’s in de aanslag. Als we rond 7 uur de deur van ons onderkomen afsluiten, komt een man van links gelopen met een stokbrood onder zijn arm. Wij moeten dus naar rechts als we een bakker willen. Uit het flatje tegenover ons kijkt een man vanuit het open raam naar ons. Gisteravond toen we na het eten terugkwamen zat hij er ook al. Als Klein Duimpje volgen we een spoor van mensen met een stokbrood en vinden zo de bakker. Het heeft vannacht geregend, de straat is nat.
De eerste uren lopen we over onverharde wegen. De grond hier bestaat uit kalk en op iets wat klei lijkt. Als het nat is plakt het net als sneeuw aan je schoenen. De hompen onder je schoenen worden telkens groter. Daarbij moet je op hellingen opletten dat je niet uitglijdt, wat naast plakkerig is het ook nog eens glad. Echt vieze drab, waar we lang niet altijd omheen kunnen lopen.
Na een paar uren gelopen te hebben begint het te regenen. We hebben rekening gehouden met het weer en besloten een korte route te lopen. Als einddoel voor vandaag hebben we het dorpje Bazancourt genomen. Daar is een verblijf voor Camino wandelaars en anders een hotelletje. Helaas voor ons zijn beiden gesloten. We proberen een soortgelijk verblijf een dorpje verderop, in Pomacle, te bellen. Een man aan de telefoon legt me uit dat dit onderkomen al een tijd niet meer bestaat. Hij heeft nog wel een telefoonnummer voor ons.
We bellen het, maar er wordt niet opgenomen. In ons boekwerkje staan ook nog nummers wat van particulieren. Met de oude vrouw uit Signy l’Abbaye nog vers in ons geheugen, zijn we hier niet zo happig op. We hebben echter geen keus, we zijn koud en nat en zullen toch onderdak nodig zijn. De eerste paar nummers worden niet opgenomen. Slik… een en ander begint nu toch nijpend te worden. In een tentje in de regen te moeten slapen is niet echt een opwekkend idee.
Uiteindelijk wordt bij het laatste nummer de telefoon opgenomen. Een vrouw verteld in het engels dat ze ons op komt halen en even later komt een Citroen Berlingo aangereden die bij ons stopt. We mogen meerijden naar Heutregiville en komen bij een boerderij terecht, waar we op de tweede verdieping mogen slapen. De plek waar we mogen slapen is lekker rommelig. Tussen oude, statige donkerhouten kledingkasten, een boekenkast met kinderboeken en klassiekers als De drie musketiers en Oliver Twist, staat een stapelbed. De houten vloer kraakt als je erover loopt. Er staan oude europese en afrikaanse muziekinstrumenten naast oud speelgoed en leren koffers. Het is net of we in de uitverkoop van een antiekzaakje zijn belandt. Verder is er nog een kat, waarvoor de gastvrouw waarschuwt dat die ‘s nachts nog wel eens op je bed wil springen.
Om 7 uur eten we. Er is soep, gemaakt van oseille. Het is dun, groen en smaakt zurig. Mevrouw, ze heet Brigitte, vraagt of we weten wat we eten. We hebben echt geen idee. Ze loopt weg en komt terug met een woordenboek Frans-Engels. Daar heet de groente Sorrel…. eh, wah ?? Het Frans – Duitse woorden erbij: Sauerampfer… ? Oui? Non? Ze geeft het maar op.
Later zelf even wat gezocht en het blijkt zuring te zijn. Het echtpaar, Brigitte en Daniel, blijken gezellige mensen en we praten veel, in drie verschillende talen, met bijval van handen en voeten. Het is er goed toeven.
Er wordt geen vast bedrag gevraagd voor het verblijf. Je mag zelf naar believen doneren. Het geld gaat 1 op 1 naar een project in Rwanda, waar men er scholen van bouwt.
Vanmorgen vertrokken we rond half negen. Omdat we een kilometer of 5 van de route af zitten, moeten we via een alternatieve in Reims zien te geraken. Brigitte heeft achterop een papiertje de route getekend.
Heel simpel. Een paar keer rechts, dan links, bij het oude station rechts, vijfhonderd meter verder weer links en dan bijna oneindig rechtdoor over een oude romeinse weg. Minstens 10 kilometer blubber, dwars door grote percelen met koolzaad, tarwe en klaver.
De zon schijnt, het humeur is optimaal en voor we het weten staan we in een voorstad van Reims. Vanuit daar is het nog zo’n 2 uur lopen naar onze bestemming: CIS de champagne. Een soort van goedkope (jeugd) herberg. Op onze trip ernaar toe, lopen we dicht bij de Notre Dame van Reims langs, de kathedraal die we morgen uitgebreid gaan bezoeken.
Naast het gebouw van CIS de Champagne is een camper kampeerplaats. Dat komt goed uit, want grote broer Roel wilde ons nog eens komen opzoeken. Net als we ingechecked zijn komt de camper met broer, vrouwlief Jentje en de kids het terrein oprijden. Zoals van een installateur verwacht mag worden, heeft RSS Installatie in een mum van tijd de schottelbraai bakklaar staan en zitten we met z’n allen de calorieën naar binnen te harken die we er juist de afgelopen weken afgelopen hadden. Roel heeft een verloren talent van barman opnieuw leven ingeblazen en Jentje mag je rustig de koningin van de schottelbraai noemen. Ze heeft ze erg lekker bruin gebakken, daarom speciaal voor haar, van ons: een bloemetje !
Morgen hebben we een rustdag ingelast. We gaan de toerist uithangen in Reims.